Er zijn zorgen over de mentale problemen van jongeren. De Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024 pleit daarom voor een domeinoverstijgende aanpak en tipt dat Positieve Gezondheid daarbij kan helpen. Maar volgens gezondheidsmakelaars Marieke te Plate en Elone Quartel (GGD Gelderland-Zuid) liggen er veel meer kansen.

 

De gezondheidsmakelaars zijn blij dat mentale gezondheid hoger op de agenda komt. Te Plate: ‘We hebben in onze gezondheidsmonitor voor het eerst scholieren bevraagd op prestatiedruk en stress. We zien verbetering rond leefstijlthema’s als alcohol, voeding en bewegen. Maar de psychosociale problemen nemen niet af.’ Quartel herkent dat beeld. ‘Vooral in wijken met een hoge SES verwachten ouders en scholen veel van kinderen. Juist daar zien we de burn-outachtige klachten toenemen.’

 

Betere samenwerking

De nota noemt de verschillende tools voor Positieve Gezondheid als hulpmiddel. Maar hoe kun je ze concreet inzetten? De gezondheidsmakelaars zien verschillende mogelijkheden. Zo kan het spinnenweb dienen om tot samenwerking te komen. Te Plate: ‘In Nijmegen-Noord wilden allerlei partijen in een werkgroep aan de gang met mentale gezondheid. Maar ja, hoe vlieg je dat aan? De een wil bijvoorbeeld de focus op stress, de ander op sport of mediteren in de klas. Door het spinnenweb op tafel te leggen, voel je gelijk de breedte. Het mooie is: je kunt niet tegen Positieve Gezondheid zijn als insteek, waar je ook van bent – het maatschappelijk werk, de jeugdgezondheidszorg of de school.’

 

Verrassende oplossingen

Om het verschil te doorgronden, laten de gezondheidsmakelaars betrokkenen bijvoorbeeld een kind in gedachten nemen waarop een flinke diagnose is geplakt. ‘Het is heel boeiend om te zien wat er dan gebeurt. Iedereen knikt als je ze vraagt om met een brede blik te kijken, maar uiteindelijk tuurt ieder toch door zijn eigen koker.’ Met hulp van het spinnenweb ervaren ze dat de oplossing vaak op een ander leefterrein ligt, dan waar het probleem zich voordoet. Zo zaten betrokkenen laatst op school rond de tafel vanwege een leerling die erg veel last van stress had. Met de leerling zelf. Wat bleek? Niet de stress moest worden aangepakt, maar de problemen die ze had met het aangaan van sociale contacten. Dat was een belangrijke eerste stap die anders gemist zou zijn.

 

Geen stresspreventie, maar uitdaging aangaan

Ander voorbeeld. Een van de vwo-scholen bleek ineens heel slecht te scoren op ‘plezier op school’. Omdat ook de eindexamenresultaten terugliepen, dacht iedereen aan stress en burn-out. En dus aan een stresspreventieprogramma. In plaats daarvan werden leerlingen uitgenodigd een challenge aan te gaan, onder het motto dat iedereen zijn veerkracht kan vergroten. Leerlingen kozen een uitdaging, probeerden die een tijdje uit en bespraken die onderling. Zoals een digitale detox, elke dag eindigen met drie dingen die goed zijn gegaan, en stoppen met zelfkritiek. Dat leverde veel goeds op. Maar belangrijk nog: de leerlingen vonden het leuk om hiermee bezig te zijn.

 

Juiste vraag stellen in het zorgtraject

Te Plate en Quartel vinden ook dat je het spinnenweb op school eigenlijk zou moeten inzetten bij elk kind dat in een zorgtraject belandt. Te Plate: ‘Het nare is: we signaleren ons te pletter en we weten allerlei problemen te achterhalen, zoals overgewicht, verzuim en leerachterstand. De neiging is dan groot om daarop te focussen. Maar kinderen weten vaak feilloos aan te geven wat er echt aan de hand is en wat er nodig is. Daarvoor moeten we ze wel de juiste vragen stellen. Quartel: ‘Je krijgt een probleem als verzuim niet in kaart gebracht als je een kind daarop bevraagt in de trant van: wat is er aan de hand joh, waar loop je tegenaan? Wat er onder dat verzuim ligt, zal dan niet snel zichtbaar worden. Maar laat je ze het spinnenweb invullen, dan krijg je een heel ander beeld en andersoortige oplossingen. Misschien mist het kind de sociale aansluiting, of heeft het thuis de handen vol aan een zieke moeder.’

 

Vragenlijst beïnvloedt het denken

Het grootste probleem staat volgens de gezondheidsmakelaars niet in de nota. Namelijk dat we de blik op gezondheid zijn gaan problematiseren – en wat daarvan de gevolgen zijn. Te Plate: ‘Kijk maar naar de vragenlijst die de jeugdgezondheidszorg inzet en naar de gezondheidsmonitor. We bevragen leerlingen op zaken als angst, depressie, overgewicht, onbeschermde seks, roken, drugsgebruik. Maar door daarnaar te vragen, vertellen we jongeren ook iets: gezondheid gaat over die hele riedel problemen. We sturen zo hun denken.’ Te Plate droomt dan ook van een nieuwe monitor, maar dan zonder al die problematiserende gezondheidsvragen. ‘We realiseren ons te weinig dat een vragenlijst ook een interventie is. Waarom bouwen we de vragenlijst niet om naar de zes pijlers van Positieve Gezondheid, waardoor jongeren gelijk ervaren waar het bij gezondheid wél om te doen is?’

 

Niet iets extra’s, maar de kern

Ook als het gaat om de onderliggende concepten ligt er een uitdaging. Er loopt nu van alles langs en door elkaar heen, zoals de Gezonde School, Alles is Gezondheid, het programma Welbevinden en dan ook nog Positieve Gezondheid. Quartel: ‘Het risico bestaat dat Positieve Gezondheid als iets extra’s wordt gezien – en dat het louter uit de gezondheidskoker komt. Maar Positieve Gezondheid gaat juist over levensvaardigheden die de school kan helpen ontwikkelen. Het is veel meer de kern van alles, waarmee het beter lukt om de jeugd gezond en veerkrachtig te helpen opgroeien.’

 

 

Kindtool Mijn Positieve Gezondheid

Voor kinderen tussen de 8 en 16 jaar: kind.mijnpositievegezondheid.nl

 

Jongerentool Mijn Positieve Gezondheid

Voor jongeren en jongvolwassenen tussen de 16 en 25 jaar: jongeren.mijnpositievegezondheid.nl