• Onderwijs
  • 6 februari 2018

Berichten uit de koplopertafels: “In de opleidingen met elkaar één lijn trekken, is het beste”

Willen we Positieve Gezondheid een plek geven in de zorg? Dan moeten we aankomende zorgprofessionals daarin nu al scholen. Dat stelt John Dierx, een van deelnemers van de iPH-koplopertafel Opleidingen.

Dierx is lector Leven Lang in Beweging bij Avans Hogeschool. Toen Machteld Huber hem benaderde om de koplopertafel Opleidingen te helpen opzetten, hoefde hij niet lang na te denken. Zijn hogeschool is een van de vele onderwijsinstellingen die bezig zijn Positieve Gezondheid in het onderwijsprogramma te vervlechten. Die instellingen ontmoet hij ook aan de koplopertafel om samen ideeën te bedenken voor het vraagstuk dat centraal staat: Hoe kunnen we binnen de verschillende opleidingen Positieve Gezondheid een plek geven en het gedachtegoed duurzaam borgen?

In de volle breedte

‘De grootste uitdaging is om dat in de volle breedte voor elkaar te krijgen’, stelt Dierx. ‘Dus in het curriculum van mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs, en van het eerste tot het laatste studiejaar. Dit is een uitdaging, zeker ook omdat de onderwijsprogramma’s vastliggen – goedgekeurd en wel door de onderwijsinspectie. Wil je daarin de ruimte zoeken, dan zul je in gesprek moeten met opleidingscommissies en curriculumcommissies. In welke blokken is Positieve Gezondheid bijvoorbeeld op een logische manier in te passen? Zitten er misschien ook in de vrije ruimte mogelijkheden om je als student verder te bekwamen? En wat worden de toetsingsnormen?’

Eerst een basisdocument

De deelnemers van de koplopertafel gaan eerst met elkaar een basisdocument opstellen. Daarin staan belangrijke uitgangspunten voor Positieve Gezondheid, die voor alle opleidingen van toepassing zijn. Het document is naar verwachting dit jaar gereed. Van daaruit kunnen opleidingen, van mbo tot wo, het gedachtegoed verder vertalen naar hun eigen opleidingen. ‘Het is belangrijk dat we het nieuwe gezondheidsconcept en de uitwerking ervan eenduidig vertalen naar de opleidingen, om dit overal eenduidig te communiceren. Dit is nodig omdat mensen snel geneigd zijn iets Positieve Gezondheid te noemen, terwijl het in de kern om een oude benadering draait. Of ze geven er een andere betekenis aan. Dat risico beperken we door binnen de opleidingen één lijn te trekken in de uitwerking van het concept.’

Materiaalontwikkeling al gestart

‘Binnen een aantal hogescholen wordt al lesmateriaal ontwikkeld’, vertelt Dierx. ‘Zo hebben studenten en docenten al van alles ontwikkeld, van interactieve multidisciplinaire onderwijsvormen en digitale applicaties tot gamification in de vorm van een bordspel aan toe. In de inventarisatie bij de partijen aan de koplopertafel blijkt er al meer materiaal dan ik dacht. Dat maakt deze bijeenkomsten voor iedereen zo waardevol.’

Academische opleidingen nog ondervertegenwoordigd

De koplopertafel is medio 2017 van start gegaan en telt zo’n 20 deelnemers uit mbo en hbo en een enkele uit het wo. De wo-opleidingen zijn nog wat ondervertegenwoordigd binnen de koplopergroep. Dierx ziet graag meer academische centra aanschuiven. ‘Het zou niet wenselijk zijn als straks mbo- en hbo-opgeleide zorg- en welzijnsprofessionals Positieve Gezondheid in de praktijk toepassen, terwijl de wo-opgeleide professionals nog werken en adviseren volgens de klassieke wetenschappelijke benadering. Daar zou de cliënt – die centraal moet staat – zeker niet bij gebaat zijn.’