Objectief
In de uitzending van 22 oktober van BNNVARA op NPO2 stelde Machteld haar bevindingen aan de kaak: wetenschap is niet altijd objectief en belangen kunnen een beslissende rol spelen. Dat ervaarde Machteld zelf aan den lijve toen zij in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een onderzoek deed naar de invloed van biologisch voedsel bij kippen. De kippen waren de voorlopers voor onderzoek bij de mens. Toen de afronding van het onderzoek naderde, konden niet alle betrokken partijen zich vinden in de voorzichtige conclusie dat de biologisch gevoerde kippen gezonder waren. Er ontstond een conflict, dat leidde tot aanpassing van de conclusies.
Wel slanker en alerter voor infecties, niet gezonder
De kippen in het experiment die biologisch voer hadden gekregen hadden, toen ze ziek werden gemaakt, een krachtiger reactie van hun immuunsysteem en ze herstelden sneller dan de gangbaar gevoerde kippen. Hieruit trok Machteld Huber de conclusie dat er aanwijzingen waren dat biologische voeding gunstig zou kunnen zijn voor de gezondheid.. Toen nog niet onthuld was welk voer biologisch was, deelden vrijwel alle onderzoekers die mening. Dat veranderde toen de envelop met codes geopend was. Toen stelden enkele betrokken wetenschappers dat een alert immuunsysteem ook in nadelig kan werken en bijvoorbeeld tot allergieën kan leiden. Anderen wilden helemaal geen conclusie trekken. De conclusie werd herschreven: ‘Er kunnen uit het onderzoek geen conclusies ten aanzien van gezondheid worden getrokken.’ De resultaten werden gepresenteerd aan de minister.
De start van Positieve Gezondheid
Het onderzoek en de gepresenteerde conclusies waren teleurstellend, volgens de minister. Er kon niet worden gesteld dat biologische voeding gezonder was voor kippen en een vervolgonderzoek vond niet plaats. Een fundamentele vraag die ontstond in de discussie was: ‘Hoe definiëren we gezondheid eigenlijk?’ Dus wat is gezond en wat niet? Met dit vraagstuk ging Machteld vervolgens aan de slag. Het resulteerde in een herdefiniëring van gezondheid zoals de WHO deze in 1948 opstelde, waarbij gezondheid nu omschreven werd als ‘het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, bij uitdagingen van het leven.’ In de verdere uitwerking werd hieruit het concept van Positieve Gezondheid ontwikkeld.