• Onderzoek
  • 20 mei 2023

‘Positieve Gezondheid inspireert transitiedenken in de gezondheidszorg’

‘Positieve Gezondheid inspireert transitiedenken in de gezondheidszorg’

Positieve Gezondheid is in tien jaar tijd een veelgebruikt begrip geworden in het beleidsmatige taalgebruik. In het artikel ‘Positieve Gezondheid: Verandering van taal in de gezondheidszorg’ onderzoekt Françoise Johansen de groei van Positieve Gezondheid. Hoe heeft het gedachtegoed in zo’n korte tijd een prominente plek in kunnen nemen in de Nederlandse gezondheidszorg? En hoe inspireert het transitiedenken?

Johansen heeft een achtergrond als verpleegkundige en gezondheidswetenschapper en is jarenlang werkzaam geweest in de gezondheidszorg. Daarnaast voert ze vanuit het Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT) een promotieonderzoek uit naar de transitie naar duurzame zorg. Een van de casussen waar ze zich in haar promotieonderzoek op focust, is Positieve Gezondheid.

Onderzoek vanuit transitieperspectief

In haar artikel onderzoekt Johansen hoe en waarom het gedachtegoed van Positieve Gezondheid een prominente plek heeft weten in te nemen in het veranderende beleidsdiscours in de Nederlandse gezondheidszorg. Daarbij maakt ze gebruik van een transitieperspectief.

‘Een transitie is een fundamentele verandering van de dominante manier van denken, werken en organiseren in een maatschappelijk systeem of domein, zoals de gezondheidszorg. Transitieonderzoek kijkt naar de patronen en mechanismen van zo’n structurele verandering’, legt Johansen uit. ‘In mijn artikel heb ik onderzocht hoe Positieve Gezondheid de dominante manier van denken heeft beïnvloed en andersom. Welke activiteiten en strategieën zijn door onder andere iPH toegepast om deze taal van Positieve Gezondheid te laten groeien?’

Omslag in denken

Een van die verklaringen vond Johansen in de taal van Positieve Gezondheid. ‘Het discours rondom de paradigmashift van ziekte naar gezondheid kent begrippen als veerkracht, eigen regie, zelfredzaamheid, leefstijl (geneeskunde) en preventie en sluit aan bij het uitfaseren van de verzorgingsstaat. De focus op gezondheid past goed bij de preventie- en leefstijlgedachte en de mogelijkheid om daarmee kosten te besparen omdat mensen gezonder oud worden en minder een beroep doen op het zorgsysteem.’

Betekent dat met de verspreiding van Positieve Gezondheid de transitie van zorg naar gezondheid onomkeerbaar geworden? Die vraag laat zich volgens Johansen alleen beantwoorden door historici in de toekomst: het is te vroeg om te constateren of de omslag in denken ook tot diepe verandering in structuur en werken van de zorg leidt. ‘Duidelijk is wel dat transitie in de gezondheidszorg een ‘hot topic’ is en dat Positieve Gezondheid een belangrijke bijdrage kan leveren aan de broodnodige systeemverandering’, aldus Johansen.