Positieve Gezondheid: in ontwikkeling en gedragen door de praktijk

De afgelopen weken hebben we gemerkt hoeveel betrokkenheid er leeft rondom Positieve Gezondheid. Dat is waardevol. Wij staan altijd open voor reflectie en feedback. Net als de samenleving is ook Positieve Gezondheid voortdurend in beweging. Vanuit die dynamiek blijven wij ontwikkelen, met een open vizier en met beide benen in de praktijk.
Positieve Gezondheid is in relatief korte tijd uitgegroeid tot een veelgebruikte benadering in zorg, welzijn, onderwijs, woon-en leefomgeving, beleid en steeds vaker ook in het sociaal domein. Dat deze brede toepassing vragen oproept, waaronder over de wetenschappelijke onderbouwing, is begrijpelijk. Daarom lichten we in dit artikel toe waar Positieve Gezondheid vandaan komt, welke keuzes we hebben gemaakt, en hoe we verder blijven bouwen aan een stevig fundament onder de beweging die het inmiddels is geworden.
Een alternatief voor een verouderde definitie
De oorsprong van Positieve Gezondheid ligt in een fundamentele vraag: Wat bedoelen we eigenlijk met ‘gezondheid’? De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie uit 1948 (‘een toestand van compleet welbevinden’) bleek in de praktijk niet meer werkbaar, zeker niet in een tijd waarin chronische aandoeningen, mentale gezondheid en zingeving een veel grotere rol spelen. In 2011 stelden Machteld Huber en veel internationale collega’s in het British Medical Journal een nieuwe omschrijving voor: gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Deze publicatie is sindsdien al meer dan 4000 keer geciteerd en deze omschrijving van gezondheid is in een vervolgonderzoek praktisch uitgewerkt tot het concept en de werkwijze van Positieve Gezondheid.
Vanuit het perspectief van mensen zelf
Positieve Gezondheid is uitgewerkt in zes dimensies. Deze dimensies zijn gebaseerd op een mixed methods onderzoek onder ruim 2000 mensen, waaronder bijna 600 mensen met chronische aandoeningen. Daarin kwam naar voren dat mensen die ervaring hebben met ziekte, gezondheid veel breder beleven dan alleen het medische aspect: gezondheid gaat over het hele leven. De categorieën zijn tot stand gekomen in samenwerking met onder andere het NIVEL en later hertaald naar B1-taalniveau, zodat ze voor iedereen toegankelijk zijn. De keuze om de begrippen niet strak te definiëren, was bewust: het spinnenweb is geen meetinstrument, maar een reflectie-instrument. Het is bedoeld om mensen uit te nodigen tot een open gesprek over wat voor hen écht van betekenis is.
Wetenschappelijke onderbouwing: werk in uitvoering
Positieve Gezondheid is dus uit wetenschappelijk onderzoek ontstaan, maar het gebruik in de praktijk en de evaluatie daarvan versterkt gaandeweg de wetenschappelijke basis. De Kennisagenda Positieve Gezondheid, ontwikkeld in samenwerking met onderzoekers, professionals en burgers, bundelt inmiddels tientallen publicaties, evaluaties en lopende onderzoeken.
Er zijn inmiddels ook meetinstrumenten ontwikkeld, zoals een gevalideerde vragenlijst (BMJ Open, 2020), en recent is in het WKZ het gebruik van de Kindtool geëvalueerd (BMC Pediatrics, 2025). De body of evidence groeit dus gestaag, en we nodigen onderzoekers van harte uit om hieraan bij te dragen. Ook het landelijk onderzoeksnetwerk Positieve Gezondheid levert hier een belangrijke bijdrage aan. Dit netwerk verbindt onderzoekers uit heel Nederland die zich bezighouden met de doorontwikkeling en onderbouwing van Positieve Gezondheid – zowel als reflectie-instrument als in relatie tot andere wetenschappelijke kaders.
Een uitnodiging tot verdieping
Positieve Gezondheid staat niet op zichzelf. Het sluit aan bij wetenschappelijke kaders zoals de zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan), de capability approach (Sen & Nussbaum), de Sense of Coherence van Antonovsky en elementen uit de positieve psychologie. Het gaat uit van de kracht en betekenisgeving van mensen zelf, en sluit daarmee goed aan bij de beweging richting meer persoonsgerichte zorg en ondersteuning. Een voorbeeldproject is de bijdrage van iPH aan onderzoek rondom de recent ontwikkelde Context-sensitive Positive Health Questionnaire (CPHQ), een gevalideerd meetinstrument dat elementen uit Positieve Gezondheid en de Capability Approach combineert. De CPHQ maakt sociale en omgevingsfactoren expliciet en is daarmee goed bruikbaar voor monitoring, onderzoek, preventie en beleid. Zo ontstaan waardevolle verbindingen tussen concepten én concrete toepassingen in het veld.
Tegelijkertijd realiseren we ons: de ontwikkeling kan verder gaan. We leren van feedback, van praktijkervaringen, en van nieuwe inzichten. Onze trainingen worden bijgesteld en verdiept, mede op basis van wat professionals en deelnemers ons teruggeven. Zo ontstond recent ook de nieuwste training De Bestemmingen.
Samen verder bouwen
Wat begon als een voorstel voor een andere kijk op gezondheid, is uitgegroeid tot een breed gedragen benadering die inmiddels door duizenden professionals, organisaties en regio’s wordt omarmd. Dat schept verantwoordelijkheid. We nemen die verantwoordelijkheid serieus door te blijven ontwikkelen en bouwen aan een sterke basis, samen met professionals, onderzoekers en mensen zelf. Zo zorgen we ervoor dat Positieve Gezondheid zowel betekenisvol als onderbouwd is. Nu en in de toekomst.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het landelijke onderzoeksnetwerk Positieve Gezondheid. Meer weten over de wetenschappelijke onderbouwing van Positieve Gezondheid? Ga naar de Kennisagenda of neem contact op via info@iph.nl.