• Praktijk
  • 13 oktober 2022

IPH Ambassadeurs Bert en Geeske leren collega-verpleegkundigen over Positieve Gezondheid

Bert en Geeske IPH

IPH Ambassadeurs Bert en Geeske leren collega-verpleegkundigen over Positieve Gezondheid

Geeske van der Weerd is sociaalpsychiatrisch verpleegkundige en verpleegkundig specialist GGZ bij BuurtzorgT en doet crisisdiensten bij GGZ Friesland. Bert van Rixtel is Verpleegkundig Specialist urologie/oncologie bij UMC Utrecht. De twee leerden elkaar jaren geleden kennen toen ze beide de opleiding tot trainer Positieve Gezondheid volgden. Ze vonden elkaar niet alleen in het werk, maar ook in het gedachtegoed van Positieve Gezondheid. Inmiddels zijn zij ambassadeur voor Positieve Gezondheid voor de verpleegkundige beroepsgroep.

Waarom sprak Positieve Gezondheid jullie aan?

Geeske: ‘In de verpleegkunde word je opgeleid om naar de hele mens te kijken. Daarom zijn we van essentieel belang in de multidisciplinaire behandeling. Over het algemeen wordt vanuit medisch perspectief naar de klacht gekeken, verpleegkundigen kijken met een holistische blik. We hebben daar een belangrijke rol te vervullen. Wij kijken naar de hele mens. In de praktijk is het toch vaak moeilijk om vanuit een holisitsche visie te werken. Positieve Gezondheid geeft concrete handvatten om vanuit een breed perspectief te werken.’

Hoe kunnen verpleegkundigen die geïnteresseerd zijn in Positieve Gezondheid starten?

Bert: ‘Als je geïnteresseerd bent, dan kun je altijd starten. De basismodule Positieve Gezondheid kan helpen om taal te vinden waarmee je binnen jouw team of organisatie communiceert. Maar ik zeg altijd: begin bij jezelf. Probeer het spinnenweb eens in te vullen of samen met een collega, Zodra je dat samen doet en je het erover hebt, zul je merken dat je binnen 10 minuten al de diepte in kunt duiken. Die snelheid waarmee je diepere lagen aanboort, is een pluspunt. Daarmee krijg je binnen korte tijd inzicht in jezelf, in je wensen en je behoeften.’ Zo werkt dat ook met cliënten/patiënten.

Geeske: ‘Belangrijk is om het eerst zelf te proberen, te oefenen met familie of collega’s of met een gemakkelijke patiënt. Als je het andere gesprek voert met behulp van het spinnenweb dan is het belangrijk om weg te blijven van waardeoordelen. Een lage score op een bepaald domein, betekent niet automatisch een aandachtspunt. We zijn gewend om patiënten actief te willen helpen, maar daardoor hoeft een patiënt de eigen veerkracht niet meer aan te spreken. Daarom is het belangrijk om echt op je handen te zitten. Zingeving en kwaliteit van leven zijn essentiële onderwerpen in de psychiatrie, maar zijn bij een klachtgerichte benadering nu nog nauwelijks onderwerp van gesprek.’

Bert: ‘Mensen komen bij de afdeling oncologie met een lichamelijke klacht en denken dat – wanneer zij zijn geholpen – hun klacht ‘voorbij’ is. Maar dat is niet zo. Ik zie bijvoorbeeld vaak oudere patiënten die bijvoorbeeld blaaskanker hebben. Zij zijn mantelzorger voor een naaste of voor iemand in de buurt. Als zij ‘omvallen’, dan valt het systeem van mantelzorg ook om. Om te voorkomen dat zij omvallen, kiezen ze dan voor een blaasoperatie. Maar vaak komen ze na een behandeling nooit meer op het fysieke niveau als dat zij daarvoor hadden. Als je dat van tevoren kunt managen, dan weet je al dat het systeem om zo’n patiënt heen anders georganiseerd moet gaan worden. De impact van een operatie kan men niet altijd overzien. Patiënten gaan naar de dokter toe om ‘gered’ te worden en beseffen zich niet dat een behandeling ook consequenties heeft. Ik probeer daar als verpleegkundige door middel van het spinnenweb al vroegtijdig over in gesprek te gaan, zodat ook kan worden afgewogen welke behandeling voor henzelf de beste keuze is. ’

Geeske: ‘Het gaat niet alleen om het brede perspectief, maar ook om de veerkracht en hoe je dit aanboort.’

Wat zijn uitdagingen voor de verpleegkundige?

Bert: ‘We willen graag serieus genomen worden op professioneel vlak. Wij als verpleegkundigen voegen wezenlijk iets toe dankzij de brede blik die wij hanteren. Door Positieve Gezondheid wordt dat versterkt. Werkend vanuit Positieve Gezondheid zie je meer wat er echt toe doet voor de patiënt/cliënt. Doordat relaties zich verdiepen lijkt het alsof we aanvoelen wat de ander nodig heeft. Ik denk dat dit komt omdat de relatie die we met patiënten en cliënten hebben intens is. We voelen welke kant het op gaat en waar de behoefte van de patiënt ligt op bijvoorbeeld op het moment dat het leven kwetsbaar is. Zo besprak ik dat bijvoorbeeld met een patiënt van mij. Ik zag dat het leven zich terugtrok, ik zag dat ze al afscheid nam van bepaalde dingen. Ik zag dat het overlijdensproces al wat ingezet. Voor anderen in het multidisciplinaire team bleek dit nog niet zo duidelijk. Anderhalve week na ons laatste gesprek is ze overleden.’

Geeske: ‘Verpleegkundigen zijn denk ik nog te dienstbaar aan de medische gang van zaken. In de huidige gezondheidszorg, die nu nog met name op klachten gericht is en uitgaat van richtlijnen en protocollen, zouden verpleegkundigen meer van waarde kunnen zijn als ze vanuit hun eigen beroepsidentiteit en dus vanuit een brede blik hun werk vormgeven.’

Wat vinden jullie een voordeel van het werken met Positieve Gezondheid?

Geeske: ‘Door Positieve Gezondheid krijgen mensen het gevoel dat zij worden gehoord. Ik werkte laatst met een patiënte met een bipolaire stoornis. Zij gebruikte medicatie, vooral omdat haar kinderen wilde voorkomen dat mevrouw psychisch zou ontsporen. Maar deze medicatie had als consequentie dat zij onmogelijk kon schilderen, iets wat zij heel graag deed. Uiteindelijk is een gesprek met mevrouw en de kinderen enorm helpend geweest. Er ontstond meer begrip voor ieders perspectief, waardoor mevrouw haar eigen keuze maakte en dat beter begrepen werd.’