• Onderzoek
  • 21 juni 2015

Hoe krijgt concept Positieve Gezondheid regionaal handen en voeten?

Netwerk positieve gezondheid noordelijke maasvallei

Het Netwerk Positieve gezondheid in de Noordelijke Maasvallei ging in 2013 aan de slag met het inzetten van positieve gezondheid op regionaal niveau. Zij realiseerden zich dat het centraal stellen van Positieve gezondheid een grote impact kan hebben op professionals en burgers, maar ook op de organisatie en financiering van gezondheidszorg en welzijn. In een Verspreidings- en Implementatie impuls (VIMP) project van ZonMw werd hen gevraagd het proces dat zij hebben doorlopen te beschrijven zodat andere regio’s hier ook van kunnen profiteren.

Bronvermelding

Juni 2015 – Eindrapportage Verspreidings- en implementatie impuls (VIMP) ZonMW. Drs. Inge Boers, Dr. Machteld Huber, Netwerk Positieve gezondheid Noordelijke Maasvallei. Publicatienummer 2015-031 VG.

© 2015 Louis Bolk Instituut

Opdracht door ZonMw 

ZonMw gaf via een Verspreidings- en Implementatie (VIMP) project opdracht om het proces te beschrijven dat het Netwerk Positieve gezondheid heeft doorlopen om tot een regionaal implementatieplan te komen, zodanig dat ook andere regio’s hiervan kunnen profiteren. Hiermee wordt in kaart gebracht wat er nodig is binnen de organisaties op regionaal niveau om de noodzakelijke cultuuromslag te maken, welke keuzes er worden gemaakt, hoe stappen worden gezet, welke hobbels en weerstanden men tegenkomt en wat daarvoor goede oplossingen zijn. Er werd in het kader van dit VIMP-project een kwalitatieve studie verricht, met vragenlijsten en semi-gestructureerde interviews, onder alle leden van het Netwerk Positieve gezondheid.

Positionering positieve gezondheid

Er zijn stappen ondernomen om een eenduidige positionering en communicatie over Positieve Gezondheid op regionaal niveau te bewerkstelligen. Er is een logo ontwikkeld. Er zijn aansprekende icoontjes ontwikkeld voor de zes dimensies. Er is een digitale basispresentatie gemaakt over Positieve gezondheid. Er zijn workshops, presentaties en een film over Positieve gezondheid ontwikkeld voor bijdragen aan symposia of andere bijeenkomsten voor geïnteresseerden. Verder wordt er regelmatig een column geschreven over onderwerpen vanuit het Netwerk Positieve gezondheid in regionale kranten. Ook werd op basis van het spinnenweb-diagram Positieve gezondheid een gespreks-tool voor professionals ontwikkeld, om bij het werken met Positieve gezondheid een instrument te hebben om met burgers/cliënten/patiënten in gesprek te gaan.

Denken vanuit eigen regie voor de burger

Uit de kwalitatieve studie kwamen een aantal generieke punten naar voren die belangrijk werden geacht om het Netwerk succesvol te maken. Dit betrof het aantal en de diversiteit van de verschillende personen en organisaties binnen het Netwerk en het belang van de invulling van de trekkersrol. Verder werd het belang benadrukt om bij de implementatie primair te denken vanuit de eigen regie van de patiënt/burger en niet vanuit de huidige organisatiestructuren. Als hobbels en weerstanden kwamen naar voren: de complexiteit van een cultuurverandering, het belang van aansluiting en commitment van de achterban van de diverse organisaties, de observatie dat partijen uit de eerstelijns, maar vooral de tweedelijns zorg nog minder aansluiting hebben, het feit dat verschillende belangen of verschillende werkgebieden van de deelnemende organisaties elkaar in de weg kunnen zitten, de verwachtte noodzakelijke tijdsinvestering, het gemis aan voldoende samenwerking en kennisuitwisseling tussen zorg- en welzijnsorganisaties en de huidige wet & regelgeving waaronder financieringsvormen van zorg en welzijn.

Belangrijke discussiepunten

Uit de kwalitatieve studie kwamen verder een aantal belangrijke discussiepunten naar voren die op de agenda van het Netwerk Positieve gezondheid werden gezet. Deze betroffen:

  1. Zou er een heel vaste definiëring voor Positieve gezondheid gebruikt moeten worden of kunnen reeds bestaande projecten met gelijke intentie ook bijdragen aan de concretisering van Positieve gezondheid?
  2. Kan de beweging richting Positieve gezondheid het beste vanaf de werkvloer (bottom-up) of vanuit het management (top-down) plaatsvinden?
  3. Is Nederland klaar voor een transformatie naar Positieve gezondheid?
  4. Maakt het uit welke professional het eerste gesprek voert met de burger/patiënt in het kader van Positieve gezondheid?

Conclusies

Het inzichtelijk maken van deze mogelijke hobbels en weerstanden, en daaruit volgend de discussiepunten en oplossingen hiervoor, vanuit de ervaringen van het Netwerk, kunnen leiden tot een sterkere samenwerking tussen de organisaties en een concrete vertaling van het concept Positieve gezondheid naar de dagelijkse praktijk. Deze ervaringen kunnen dienen als voorbeeld en inspiratie voor alle betrokkenen uit de regio, als ook voor personen en partijen uit andere regio’s die aan de slag willen gaan met Positieve gezondheid