Samen met je zoon je doodskist bouwen

Er wordt nog wel eens gedacht dat het spinnenweb inzetten veel tijd kost. Maar is dat ook zo? Bert van Rixtel, verpleegkundig specialist oncologie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis: ‘Collega’s die met mij meekijken denken er al snel anders over.’

‘Vandaag nog had ik een patiënte met blaaskanker aan de telefoon. Omdat ik met haar het spinnenweb heb ingevuld, weet ik dat haar kleinkinderen haar drive zijn om verder te willen met de therapie. De kleintjes groeien op in Zwitserland. Ze belde omdat ze vocht had in haar buik. ‘Maar je gaat niet komen?’, vroeg ik. Nee, ze ging niet komen. De kleinkinderen waren bij haar op bezoek. Ik heb haar gevraagd tot wanneer, om voor de dag erna te regelen dat het vocht uit de buik wordt gehaald. Had ik dat spinnenweb niet met haar ingevuld, dan had ik gezegd: Tineke, het is belangrijk dat die ingreep gelijk plaatsvindt. Dan ga je beter eten en beter ademhalen. En als ze had gezegd: maar mijn kleinkinderen zijn er. Dan had ik geantwoord: maar dit gaat toch echt even voor.’

Doen wat goed is

Van Rixtel zet het spinnenweb in tijdens het eerste contact met zijn patiënten. ‘Ik weet dat het een momentopname is, maar ik leer ze dan al snel goed kennen. Het gesprek gaat dan over wat voor hen echt belangrijk is. Over wat zij zouden willen veranderen en wat daarvoor nodig is. Ik vraag nooit uit mezelf naar het onderdeel waar ze minder goed op scoren. Hoewel dat wel vaak onze natuurlijke neiging is: vragen naar wat niet goed gaat. Dikwijls vinden patiënten andere dingen belangrijker. De winst zit dan ook vooral in wat er ná het gesprek gebeurt. Ik kan situaties beter inschatten. Ik hoef niet steeds hetzelfde uit te leggen. Ik hoef niet steeds tot overeenstemming te komen. En ik ben beter in staat om te doen wat goed is voor de patiënt.’

Verschil zien tussen het oude en nieuwe

Vaak willen collega’s meekijken met hoe Van Rixtel werkt met het spinnenweb. Dan zie je snel het verschil tussen de oude en nieuwe aanpak, vertelt hij. ‘Op een gegeven moment komt er op het spreekuur een patiënt van me met uitzaaiingen in zijn schouder. Daardoor kan hij zichzelf niet zelfstandig aankleden. Maar zijn vrouw helpt hem daarmee, hij kan zijn krant lezen en met de hond een blokje om. Het is helemaal prima zo voor hem. Maar mijn collega gaat er vol in: ‘Ik denk dat u het beste kunt gaan zwemmen, dat zou u enorm helpen.’ ‘Maar ik hou helemaal niet van zwemmen’, zegt de man.

Juist inzetten in lastige situaties

Van Rixtel zou collega’s willen aanraden om het spinnenweb vooral ook eens in te zetten bij ‘ingewikkelde’ patiënten. De mensen bij wie je ertegenop ziet om met hen in gesprek te gaan. ‘Het zou zomaar kunnen dat je relatie met die patiënt compleet anders wordt. En dat je beter snapt wat het ingewikkeld maakt. Bijvoorbeeld waarom die persoon onzeker is of waarom zijn invulling van de realiteit wellicht anders is dan de jouwe.’

Zelf weten wat goed is

Van Rixtel heeft van alle ervaringen geleerd dat mensen vaak zelf heel goed weten hoe ze ervoor staan en wat goed voor ze is. Zo kwam hij met een vader – na invullen van het spinnenweb – te praten over het contact met zijn zonen. Met een van hen liepen zijn gesprekken minder makkelijk. Het hield hem bezig hoe hij ook deze zoon kon bereiken. ‘De vader bedacht: als ik samen met hem iets ga maken, dan kunnen we praten over wat we aan het maken zijn. Zo kwam hij op het idee om zijn eigen doodskist te maken. Zijn zoon zei gelijk: ik ga jou helpen. Dat zijn ze nu aan het doen en ze hebben prachtige gesprekken. Dat had ik als verpleegkundig specialist oncologie natuurlijk nooit kunnen bedenken.’