• Gezond werken
  • 24 januari 2024

Tim Huijts over Positief Gezond werken en leren in webinar ‘All together now!’

Tim Huijts over Positief Gezond werken en leren in webinar ‘All together now!’

Prof. dr. Tim Huijts is nu ruim een jaar hoogleraar Positive Health at Work aan de Universiteit Maastricht, een leerstoel van Sardes/Stichting CAOP. Op 17 november hield hij zijn oratie, en op 30 november deed hij het dunnetjes over voor een webinar. Daar gaf hij een toelichting op zijn oratie en onderzoekagenda voor de komende jaren en ging met deelnemers in gesprek.

Bekijk de opname van het volledige webinar onder het verslag.

In zijn onderzoek bekijkt Tim Huijts hoe gezondheid gerelateerd is aan sociale ongelijkheid, en hoe de wisselwerking tussen gezondheid, onderwijs en werk verloopt. Ook onderzoekt hij hoe beleidsinterventies kunnen helpen bij het terugdringen van gezondheidsverschillen.

Lage autonomie, hoge taakeisen

Cruciale vraag bij gezondheid, en zeker op het werk, is: hoe zijn mensen hun beste zelf? Hoe komen de vaardigheden van een werknemer het best tot hun recht zonder dat hij of zij zich over de kop werkt? Het is meteen een vraag voor het publiek in de zaal en online: wat vinden zij gezond werk? Er volgt een stortvloed aan reacties. Huijts: ‘Het roept veel op en de antwoorden zijn heel divers. Die diversiteit is een belangrijke boodschap, want gezond werk draait om heel verschillende dingen.’ Zelf de regie nemen kan helpen, maar dat gaat voor een werknemer niet op dezelfde manier als voor een patiënt in de zorg. Niettemin is de urgentie groot, immers: ‘Het verzuim is historisch hoog en tegelijk zijn de tekorten aanzienlijk, met name in de zorg en het onderwijs. Vanwege de toenemende druk op de zorgsector kreeg positieve gezondheid een rol in preventie. Meer recent beseft de sector: we kunnen er ook iets mee voor medewerkers.’ Want ruim een vijfde van de zorgmedewerkers ervaart het werk als stressvol, evenveel als in het onderwijs.

Problemen, maar ook potentie

En dat terwijl we leven in turbulente tijden. Veranderingen in de wereld zijn een bron van instabiliteit, zoals de pandemie, de klimaatcrisis en de recente oorlogen. Dit doet een groot beroep op ons aanpassingsvermogen en zorgt mede voor stress. Maar dat is niet de enige oorzaak waardoor schrikbarend veel jongeren kampen met burn-outklachten: volgens TNO-onderzoek uit 2023 maar liefst een op de vier 18- tot 34-jarigen. ‘En dan neemt de ernst van de klachten ook nog eens toe’, waarschuwt Huijts. ‘Deels ligt de verklaring in onzekerheid over de toekomst, denk aan wonen en werken. Daarbovenop komen prestatiedruk en sociale druk, met verwachtingen rond het stichten van een gezin en de werk-privébalans. Het roept bij jongeren ook vragen op over zingeving.’

‘Positieve Gezondheid dient een gezamenlijk belang als je kijkt naar betrokkenheid, duurzame inzetbaarheid en het benutten van vaardigheden.’

Het goede nieuws: ‘Je ziet problemen, maar er is ook potentie! Jongeren zijn op zoek naar betekenisvol werk, waarbij ze hun talenten kunnen ontwikkelen en blijven leren om het beste uit zichzelf te halen.’ Betrokkenheid bij het werk is een groot goed, net als een goede balans tussen werk en vrije tijd. HR-beleid met een bredere blik is gewenst: niet slechts kijken naar de mens als hulpbron, als human resource, maar de mens als geheel, binnen en buiten werktijd. In het belang van de werknemer maar ook in het belang van de werkgever, want die komen hier bij elkaar. Of, zoals Huijts het zegt: ‘Positieve Gezondheid dient een gezamenlijk belang als je kijkt naar betrokkenheid, duurzame inzetbaarheid en het benutten van vaardigheden. Hoe kunnen we omgaan met de veranderingen en uitdagingen, en hoe kunnen we dit samen doen?’

Duurzame inzetbaarheid

Huijts vertelt over de Indiase econoom Amartya Sen, die in 1998 de Nobelprijs voor de economie ontving. Hij kwam met de capabilities approach en vond dat de werknemer te zeer werd beschouwd als iemand die bijdraagt aan de productiviteit: ‘Human beings are not merely a means of production, but also the end of the exercise.’ Het gaat erom dat elk individu de ruimte krijgt om te kunnen kiezen voor een leven en loopbaan die passen. Een probleem is dat Positieve Gezondheid niet geldt als basisbehoefte en daardoor de urgentie lang niet altijd wordt gevoeld, ook niet in de politiek. En bij HR-beleid blijft het vaak steken in workshops en cursussen. Er is nog onvoldoende kennis om het denken uit de zorgpraktijk te vertalen naar de werkvloer.

Op de vraag met wie je als werknemer het gesprek moet aangaan over positieve gezondheid komen een paar reacties uit de zaal. ‘Met de leidinggevende, want samen met hem of haar kun je verandering bewerkstelligen.’ ‘Met elkaar, een open collegiale cultuur is goed voor het vermogen om met verandering om te gaan.’ ‘Met jezelf, om te reflecteren op de eigen gezondheid en bewustwording te creëren.’ Foute antwoorden zijn er niet, integendeel: ze zijn allemaal even goed. Dat schetst meteen een probleem, zegt Huijts. ‘Het is niet duidelijk wie wat moet doen. In de zorg is dat vanzelfsprekender dan op het werk. Ja, zelfreflectie is essentieel, net als de rol van de leidinggevende en de collega’s onder elkaar. Organisaties moeten bepalen wat ze ermee willen: wat is het doel van Positieve Gezondheid bij werk? Met stip op 1 komt dan duurzame inzetbaarheid.’

‘Het gaat dus niet alleen om het hier en nu, maar ook om de lange termijn: hoe halen we meer uit jou op een manier die gezond is en die bij jou past?’

Oog voor de hele mens

Gelukkig valt best het een en ander te concretiseren, met handvatten voor alle betrokkenen. Verwachte kernelementen van Positief Gezond werken zijn:

  • samenwerking werkgever en werknemers
  • focus op potentieel en kracht
  • eigen regie: wat kunnen mensen zelf
  • duurzaam: voor korte én lange termijn
  • aandacht voor de hele mens
  • in dialoog, tussen en binnen lagen

Het goede nieuws: door oog te hebben voor de hele mens, met al diens wensen, talenten en noden, komt het met die productiviteit vanzelf goed. Want een gezonde geest in een gezond lichaam leidt tot minder verzuim en duurzame inzetbaarheid. En goed werkgeverschap zorgt natuurlijk ook voor een grotere betrokkenheid van de werknemer.

Er is geen standaardmodel, volgens Huijts is het een kwestie van gericht kijken wat past bij de organisatie. ‘Wat is reëel, zijn geld en tijd beschikbaar? Het stokt vaak bij het budget. De vraag is ook wie het moet doen, waarbij je de hiërarchie moet doorbreken.’ Eigenaarschap van Positieve Gezondheid op het werk, zodat het niet blijft steken in mooie woorden en goede bedoelingen. En verwachtingsmanagement kan ook geen kwaad, aangezien volledige zelfregie niet altijd mogelijk is. ‘Zelfs als eigen baas lukt dat niet altijd. Wat als het even niet of zelfs nooit lukt? Dat is niet altijd makkelijk.’ Het is uiteraard heel anders voor een ervaren rot dan voor iemand die net in een baan is gestart. De levensfase, de omstandigheden op het werk en thuis: het weegt allemaal mee. Op de vraag uit het publiek of eigen regie voor iedereen hetzelfde is, kan Huijts dan ook kort zijn: ‘Nee.’

Hij wijst erop dat er decennialang onderzoek is gedaan naar Positieve Gezondheid en werken en daarop kunnen we voortbouwen. De capabilities approach van Amartya Sen, waarbij mensen in staat zijn een leven te leiden dat voor hen waardevol is, is een goed uitgangspunt dat ruimte biedt voor kruisbestuiving, uitbreiding en maatwerk. Een ander uitgangspunt is het vertrouwen tussen werkgever en werknemer, zo onderstreept Huijts nog maar eens. ‘Samen hebben ze een gemeenschappelijk belang en een gedeelde verantwoordelijkheid. Duurzaamheid betekent niet alleen dat medewerkers inzetbaar blijven, maar ook dat ze hun potentieel kunnen blijven ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen om het hier en nu, maar ook om de lange termijn: hoe halen we meer uit jou op een manier die gezond is en die bij jou past?’ Ook de behoefte aan persoonlijke groei kan weer variëren per levensfase.

Groeiende prestatiedruk, zwakkere prestaties

Het brengt ons bij een leven lang ontwikkelen, meer specifiek: Positief Gezond leren om talent te kunnen inzetten maar ook om nieuw talent te kunnen aanboren. Dat begint al bij de opleidingen, bij de werknemers van morgen: hoe komen studenten van het mbo, hbo en wo straks de arbeidsmarkt op? Al voor de start van de loopbaan is het zaak anders om te gaan met de kijk op de loopbaan, betoogt Huijts. Behalve een vak leren ook zelfregie leren. ‘Kijken naar de eigen ontwikkeling, reflectie op de eigen rol binnen een organisatie. Het onderwijs zet steeds meer in op programma’s voor positieve gezondheid. Wel is het zo dat onderwijsinstellingen dit nog vooral doen met het oog op studentenwelzijn en minder met het oog op aansluiting op de arbeidsmarkt. Het biedt meerwaarde als ze op een andere manier omgaan met de uitdagingen die bij een loopbaan komen kijken.’

Je kunt er wat hem betreft niet vroeg genoeg mee beginnen om de relatie te leggen tussen het welzijn van kinderen en hun leerprestaties. Gelijk vanaf de basisschool. Een zwakke leesvaardigheid en laaggeletterdheid hebben hun weerslag op welbevinden en gezondheid. ‘Bij tieners zie je dat het echt niet goed gaat. Zij ervaren een groeiende prestatiedruk terwijl de prestaties juist achteruitgaan.’ Een paradox met ernstige consequenties. Om komende generaties een goede en gezonde start te helpen maken is het project EPoSS gestart, oftewel Early Predictors of School Success. Het is een onderzoek naar de relatie tussen (mentale) gezondheid en leerprestaties van kinderen op basis- en middelbare scholen. Op zoek naar de condities voor een gezonde leerontwikkeling, op zoek naar zingeving, meedoen, veerkracht.

Geen algemene oplossingen

Aan het eind van zijn betoog vindt Huijts het hoog tijd om in discussie te gaan met de toehoorders. Over de rol van de sociale partners, over de hele mens voor wie werk slechts één aspect is, over de burn-outepidemie onder jongeren. En ook niet onbelangrijk: over digitale intelligentie. Automatisering heeft een enorme invloed op ons werk en zeker met de opkomst van AI gaan banen razendsnel en ingrijpend veranderen of zelfs verdwijnen. Het maakt dat aanpassingsvermogen meer dan ooit een must is en in het kielzog daarvan een leven lang ontwikkelen. Dat heeft de jonge generatie alvast mee: kinderen groeien op met de nieuwste technologieën. De keerzijde daarvan is dat ze altijd aanstaan, een gebrek aan gemoedsrust dat juist weer ten koste gaat van Positieve Gezondheid.

Tot slot vraagt Huijts wat het publiek meeneemt van het webinar. Een greep uit de reacties:

  • ‘Ik heb binnenkort een jaargesprek met mijn leidinggevende en wil bespreken in hoeverre ik mijn eigen wensen kan invullen en wat mij energie geeft.’
  • ‘Uit jouw verhaal haal ik dat het een heel breed onderzoeksgebied is dat een groot deel van de aspecten van het werk- en leerleven omvat.’
  • ‘Ik vond alles superinteressant en zie kansen voor het onderwijs. Ik ben van het onderwijs, van het mbo, en de kansen die er liggen ga ik zeker meenemen.’
  • ‘Er is enorm veel diversiteit in wat mensen associëren met gezond werken en leren, we moeten ervoor waken om met oplossingen te komen die te algemeen zijn.’